EBIDAT - Die Burgendatenbank

Eine Initiative der Deutschen Burgenvereinigung Menu

Rossum

Geschichte:

De vroegst bekende bezitter van het kasteel te Rossum is Gerard II van Rossem (komt voor van 1276-1287, gestorven voor 1291). Dit geslacht wordt wel geïdentificeerd met de familie Van Rothem, genoemd naar hun bezittingen in Goch in Gelre. Johan van Rossem maakte in 1495 het 'huyss tot Rossem, mitten vurgeborcht ind vestenissen dairtoe behoerende' tot open huis van hertog Karel van Gelre. In 1511 was het kasteel echter al een leen van Vianen. In 1566 kreeg Sybilla van Rossem het huis in haar bezit. Sybilla (gestorven voor 1581) trouwde met Guido van Malsen (gestorven voor 1618) en bracht Rossum in diens familie in. Door huwelijken ging de heerlijkheid na hen over in handen van het geslacht Van Wittenhorst en daarna in dat van Van Pallandt. Op 27 juni 1633 kwam de heerlijkheid door koop in het bezit van het geslacht Van Randwijck. Het door de Van Randwijcks gebouwde huis, op de plaats van het vroegere kasteel, werd op 18 juli 1949 aan de gemeente Rossum verkocht en toen ingericht als gemeentehuis. In 2000 is de gemeente opgeheven en werd het gemeentehuis verkocht.

Bauentwicklung:

Over de vroeg(st)e geschiedenis van het kasteel te Rossum is niets bekend. Op basis van reconstructie, aan de hand van tekeningen uit het familiearchief Van Randwijck, kan van de 16de eeuwse toestand alleen een maat van het toenmalige, tweede huis worden gegeven: 26 x 13 meter. Mogelijk gaat het hierbij om een verbouwd poortgebouw. In 1524 is het kasteel getroffen door een brand, maar het huis werd hersteld. In 1560 werd het huis gesloopt en het poortgebouw verbouwd tot buitenhuis. Er zijn twee opties denkbaar: het oude kasteel, of wat daar nog van restte, is in deze periode gesloopt en vervangen door een buitenhuis, of datgene wat restte van het oude kasteel is verbouwd tot buitenhuis. Van dit huis is op basis van topografische afbeeldingen een reconstructie gemaakt, waarop een rechthoekige zaalbouw is afgebeeld, waarin links het oude poortgebouw te herkennen is. Dit huis is in 1599 verwoest. De Van Randwijcks laten de ruïne van het huis in 1740 slopen en op dezelfde plek in 1745 een rentmeesterswoning bouwen. Zij laten ook deze woning slopen en er in 1847 het huidige gebouw, het Slot, bouwen. Tussen de stukken in het archief van de familie van Randwijck bevindt zich een beschrijving van het kasteel van de hand van Adriana Francoise van Rossem (ca 1713-1776). Het is een handschrift uit ca 1750, maar de beschrijving zou gebaseerd zijn op oudere gegevens: 'Het gebouw bestond in 7 torens. Rontom van binnen was een ruyme plaats met een put en veel reegenbacken, een stal voor 25 paarden. Men konde rontom het huys over de muuren gaan om van de eene toorn tot den andere te kome. Alle met schietgaate soo in de muuren als de toorens en sommige met canonsgaaten soo in de muuren als de toorens. Het hadt een breede diepe graft. Daer buyten rontom een singel met een diepe graft. Daarop stonden bouhuys [en] stallingen voor ruyters'. Gelet op de omvang van het beschreven gebouw gaat het hierbij om een overdreven weergave met betrekking tot de omvang van het kasteel.

Baubeschreibung:

De afmetingen van het kasteelterrein zijn niet te geven, want er is niet bekend wat er van het oorspronkelijke terrein nu nog aanwezig is. Op basis van de reconstructie van de 16de eeuwse toestand kan alleen een maat van het toenmalige, tweede huis worden gegeven: 26 x 13 meter. Mogelijk gaat het hierbij om een verbouwd poortgebouw.
Tussen de stukken in het archief van de familie van Randwijck bevindt zich een beschrijving van het kasteel van de hand van Adriana Francoise van Rossem (ca 1713-1776). Het is een handschrift uit ca 1750, maar de beschrijving zou gebaseerd zijn op oudere gegevens: 'Het gebouw bestond in 7 torens. Rontom van binnen was een ruyme plaats met een put en veel reegenbacken, een stal voor 25 paarden. Men konde rontom het huys over de muuren gaan om van de eene toorn tot den andere te kome. Alle met schietgaate soo in de muuren als de toorens en sommige met canonsgaaten soo in de muuren als de toorens. Het hadt een breede diepe graft. Daer buyten rontom een singel met een diepe graft. Daarop stonden bouhuys [en] stallingen voor ruyters'. Gelet op de omvang van het beschreven gebouw gaat het hierbij om een overdreven weergave met betrekking tot de omvang van het kasteel.
Thans bevindt zich op de plaats van het kasteel een landhuis uit 1847 in Tudorstijl.