EBIDAT - Die Burgendatenbank

Eine Initiative der Deutschen Burgenvereinigung Menu

Zuilenstein

Geschichte:

Zuilenstein was een leen van de bisschoppen van Utrecht. De eerste bezitters van Zuilenstein waren leden van de familie Van Zuylen. Zij zouden het kasteel tot 1502 in bezit houden. Na in korte tijd in handen van verschillende eigenaars te zijn geweest, kwam Zuilenstein in 1506 in handen van de familie Van Seldenneck. In 1549 ging het goed door koop over op Ernst van Nijenrode. Zijn dochter Geertruid trouwde met Goert van Reede van Saesveld, die in 1557 Amerongen kocht. Zuilenstein en Amerongen kwamen zo in één hand. Hun dochter Aleid verkocht Zuilenstein in 1609 aan Johan van Renesse van der Aa. Na haar dood maakte Godard van Reede van Saesveld op erfrechtelijke gronden bezwaar tegen deze verkoop. De twist liep hoog op en de stadhouder moest tussenbeide komen. Tenslotte kocht hij het goed en de bijbehorende rechten van de beide partijen op en zo behoorde Zuilenstein vanaf 1630 tot de bezittingen van Frederik Hendrik van Oranje Nassau. Zuilenstein werd verheven tot een hoge heerlijkheid, maar omdat het zelf te klein was voor een hoge juridictie, werd de heerlijkheid Leersum bij Zuilenstein gevoegd. Frederik Hendrik gaf het goed in 1640 aan zijn bastaardzoon Frederik van Nassau. Deze ging zich vervolgens Van Nassau Zuilenstein noemen. De familie Van Nassau Zuilenstein zou tot 1830 de eigenaar blijven van het goed. Toen stierf de familie uit. Volgens een bepaling in het testament van Frederik Hendrik ging Zuilenstein over op George Godard Henry graaf van Reede van Athlone. Hij liet het na aan zijn zus, die het vervolgens weer naliet aan haar neef Godard John George Carel graaf van Aldenburg Bentinck. Zijn nakomelingen bezitten Zuilenstein nog steeds.

Bauentwicklung:

De oudste afbeelding van Zuilenstein uit ca. 1630 staat in het 'Vrij ende Ridderhofsteden onder Utrecht' in het manuscript van Aernout van Buchel (Coll. kasteel De Haar). Hierop is een gebouw te zien dat bestond uit twee gedeelten. Het noordelijke gedeelte was een middeleeuws zaalgebouw met hoektorentjes en aan de zuidzijde stond een toren met een uivormige bekroning en een opvallend renaissance-portaal, waar het jaartal 1551 op stond. Tussen 1630 en 1635 werd het huis verbouwd. Eerst werden er twee zijvleugels aan het huis toegevoegd. De ingang kwam in het midden van de zaalbouw en werd voorzien van het portaal dat eerst in de andere toren had gezeten. Vervolgens werd er nog een gedeelte bijgebouwd, waardoor het huis een regelmatige, vrijwel vierkante plattegrond kreeg. Ook de gevels werden ingrijpend veranderd, met nieuwe topgevels en nieuwe ramen. De hoektorentjes bleven behouden. Eind 17de eeuw werden er opnieuw veranderingen aangebracht. De gracht werd grotendeels gedempt, de hoektorentjes aan de voorgevel verdwenen en de gevels kregen weer een ander aanzien. De houten brug werd vervangen door een stenen. Daarna werd Zuilenstein niet meer ingrijpend veranderd, tot het in de Tweede Wereldoorlog door RAF-bommen verwoest werd. In 1953 werd de ruïne van Zuilenstein gesloopt. Sinds 1983 is er een nieuw huis opgetrokken op enige afstand van de plaats van het oude huis. Het 18de eeuwse poortgebouw is nog wel zichtbaar. De aanleg van de in de 17de eeuw aangelegde tuinen is nog duidelijk te herkennen.

Baubeschreibung:

Op een tekening in het handschrift 'Vrij ende Ridderhofsteden onder Utrecht' van Aernout van Buchel (Coll. kasteel De Haar) uit ca. 1630 is te zien dat het oudste gedeelte van het huis een zaalbouw was. Deze zaalbouw, die mogelijk uit de 14de eeuw stamde, had afmetingen van 10,5 x 18 m. Het totale terrein was ca. 150 x 200 m.
Het noordelijke gedeelte van het gebouw was het middeleeuws zaalgebouw, met hoektorentjes. Aan de zuidzijde stond een toren met een uivormige bekroning en een opvallend renaissance-portaal, waar het jaartal 1551 op stond.

Arch-Untersuchung/Funde:

Opmetingen door C.W. Royaards, juni 1946. Archief RACM. Tekeningen ook in Van der Wijck en Enkelaar-Lagendijk (1982).