EBIDAT - Die Burgendatenbank

Eine Initiative der Deutschen Burgenvereinigung Menu

Rijswijk

Geschichte:

Leden van het geslacht Ten Haeve zijn als eersten met zekerheid te noemen, als bewoners van kasteel Rijswijk. In 1410 wordt Johan ten Haeve genoemd als bewoner van Rijswijk. Uit bronnen blijkt dat ook zijn vader Arndt en grootvader Pelrgom al in het kasteel woonden. In 1478 wordt er nog een Ten Haeve als bewoner genoemd. Vervolgens woonde in de zestiende eeuw Frans Spiering op Rijswijk, die getrouwd was met Maria Coenen. Iets voor 1600 werd vervolgens zijn zoon Adriaan van Spieringh de eigenaar van Rijswijk. In 1645 was Lodewijk von Rockelfingh de bewoner van het complex. Na hem kwam het huis aan de erven Coenen. Zij droegen het in 1648 over aan baron Van Eck van Nergena. Vanaf 1730 werd Rijswijk verpacht als boerderij. In 1790 werd vervolgens Heinrich Wilhelm Conrad Rappard de eigenaar van Rijswijk. Na een half jaar kwam Rijswijk in handen van de 'geheimen Regierungsrat' Von Lamers. In 1807 waren zijn echtgenote en kinderen de bezitters van Rijswijk. In 1820 kwam Rijswijk via een huwelijk in handen van de familie Van Nispen. In 1956 werd de familie Elfrink, die Rijswijk al pachtte, door koop eigenaar van het goed. Zij kochten het goed van jkvr. E.L.M. van Nispen tot Pannerden. De familie Elfrink bezit Rijswijk nog steeds.

Bauentwicklung:

Leden van het geslacht Ten Haeve zijn als eersten met zekerheid te noemen, als bewoners van kasteel Rijswijk. Waarschijnlijk was Rijswijk aanvankelijk een woontoren, die eind vijftiende eeuw door Frans Spiering en zijn broer Goossen werd uitgebreid met een bewoonbaar huis. Dit bewoonbare huis werd in de zestiende eeuw vergroot. Het woonhuis werd later verhoogd en uitgebreid met een boerderij. Het zestiende-eeuwse L-vormige huis bevat nog balkenzolders en kaponderdelen uit de zestiende eeuw. Deze boerderij werd in de negentiende eeuw gemoderniseerd. De woontoren, die mogelijk dateert uit de veertiende eeuw, is nog geheel aanwezig. Wel is de toren iets verlaagd, waardoor de kantelen en het boogfries, zoals te zien op de tekening van Jan de Beyer uit 1742, verdwenen zijn.

Baubeschreibung:

Rijswijk was oorspronkelijk vermoedelijk een veertiende-eeuwse woontoren. Deze woontoren werd in de vijftiende eeuw uitgebreid met een woonhuis, dat in de zestiende eeuw werd vergroot en uitgebreid met een boerderij. De 14e eeuwse toren is iets verlaagd, waardoor de kantelen en het boogfries, zoals te zien op de tekening van Jan de Beyer uit 1742, verdwenen zijn.